Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [33]hij zal [34]de koningen beschimpen, en de prinsen zullen hem een belaching zijn; hij zal [35]alle vesting belachen; want [36]hij zal stof vergaderen, en [37]hij zal ze innemen. 33. Te weten de konng van het bovengenoemde volk, te weten Nebukadnezar. 34. Gelijk onder naderen, de koningen van Egypte, van Tyrus, van Sidon, van Arabie, en inzonderheid den koning Zedekia, gelijk te lezen is 2 Kon.25:6,7, en Jer.25: en Jer.29: 35. Dat is, alle vaste plaatsen, hetzij steden, of kastelen, of andere forten. 36. Dat is, hij zal menigte van aarde laten samenvoeren om de grachten en wateren te dempe, of om hoogten en katten op te werpen. Anderen, hij zal krijgsvolk in zulke menigte als stof vergaderen. 37. Zie van de grote overwinningen van den koning Nebukadnezar, Jes.23: Jer.25:22, en Jer.47:4; Ezech.26:3,7, en Ezech.27:2; Amos 1:9, en elders meer.